Op de vierde zondag van de vastentijd beluisteren wij de mooie parabel van de verloren Zoon. Met evenveel recht mogen wij spreken van de parabel van de Barmhartige Vader. Dat is wereldliteratuur … een van de mooiste kortverhalen die zijn gekend. Een verhaal waar velen zich in herkennen. Het verhaal van een vader, die vele nachten heeft wakker gelegen rond het gedrag van zijn jongste zoon. Zijn oogappel bezorgde hem veel slapeloze nachten. Dat is zo herkenbaar voor vele ouders met puberende kinderen.

Het begon allemaal met een discussie over hun erfdeel. Zoals bij vele families. Moest de vader op die vraag ingaan? Strikt genomen had de jongste zoon er helemaal geen recht op. Het was een recht dat de oudste zoon toekwam. En wat was de zoon met dit erfdeel van plan? Maar kon die vader het hem wel weigeren; hij wou toch alles aan zijn zoon geven omwille van diens geluk en toekomst. Of, wou hij zijn zoon beschermen tegen de rijkdom die zo plots in zijn handen viel? Na veel piekeren gaf de vader de jongste zoon zijn erfdeel en niet lang daarna vertrok hij. Hij ging ver van zijn vader wonen en leven. Er kwam daardoor een breuk met de vader en met zijn oudere broer, die zich bij dit alles ook benadeeld wist. Maar daarmee waren vaders zorgen niet van de baan. Nieuwe zorgen hielden hem wakker. Zal mijn zoon nu gelukkig zijn en eenmaal veilig en wel terugkeren. Heb ik er wel goed aan gedaan hem te laten vertrekken, ben ik niet tekort geschoten in mijn opvoedingswerk. Dat zelfverwijt is zo herkenbaar bij vele ouders en kan soms zeer zwaar doorwegen. Ze piekeren over het gedrag van hun kinderen en maken zich vele zorgen … en overdag staan zij op uitkijk naar een teken van leven. Zulke ouders begrijpen dan ook de vreugde van de vader: “Zijn vader zag hem al van in de verte aankomen en werd door medelijden bewogen; hij snelde op hem toe, viel hem om de hals en kuste hem hartelijk.” Lezen wij in de parabel.

Hij viel hem om de hals en kuste hem hartelijk. Is het dat niet wat de ouders doen als hun kinderen geslaagd zijn in hun examens of na een periode van intense inzet. Als hun kinderen van een lange en verre reis terugkomen. Kussen en omhelzen, als teken van verzoening na een meningsverschil dat is bijgelegd. Maar er zijn en blijven ook de zeer kritische blikken en de meningsverschillen met hen die niet bereid zijn om te vergeven en die hardnekkig en zonder pardon willen afrekenen. In die parabel houdt Jezus een hevig pleidooi voor meer hartelijkheid en om onze samenleving te genezen van hardvochtigheid. We komen verder met ‘ja’ te zeggen tot iemand dan door met een ‘neen’ iemand blijvend af te wijzen.

Dezelfde zorgen en vreugde tekenen ook ons leven. Soms dromen we van een leven dat vrij is van alle zorgen, verdriet en angst. Maar is dat geen illusie? Het is meestal langs de weg van de verzoening en blijvend geloven in elkaar dat een nieuw leven mogelijk wordt en wij de intense vreugde smaken van een leven in verbondenheid en hartelijkheid. Het is daar waar mensen op een intense manier blijven werken aan vrede en trouw dat men dikwijls ervaart wat verzoening en trouw betekenen en hoe deugdzaam het is te mogen ervaren dat wij het met elkaar niet willen opgeven, net als God die in ons mensen blijft geloven. Enkel de liefde maakt opening voor een nieuw begin..

Maar Jezus wil nog een diepere werkelijkheid aanduiden. Hij schetst ons een beeld van God die een vader is. Als Vader is Hij bezorgd en verheugd over iedere mens, over ieder van ons. Vreugde en zorgen: dit beeld van God mag de Kerk ook uitdragen in deze wereld. Laten wij die verzoenende liefde dan verder uitdragen

De vreugde en de hoop, het verdriet en de angst van mensen vandaag, slaat in deze vastentijd vooral op onze broeders en zusters in het Zuiden van deze wereld. Onze hemelse Vader is ook bezorgd om hen. Hij ligt er van wakker, van hun uitzichtloosheid en hun armoede, hun noden en hun zorgen, hun pijn en hun verdriet. Hoe zouden wij dan onze ogen kunnen sluiten voor hun lot en levensomstandigheden. Ligt de westerse wereld nog wel wakker van de verschrikkelijke armoede en de mensonwaardige omstandigheden die onze broeders en zusters in het Zuiden treft? Zijn wij nog verontwaardigd over zoveel onrecht? Draag ik hen een warm hart toe en probeer ik solidair met hen te zijn? Het is maar door in hun zorgen te delen, dat wij ook de vreugde zullen smaken als het soms onverhoopt, heel goed met hen in het leven gaat!

Pastoor Paul

Zoeken

Dekenaal nieuws