Wie zegt gij dat ik ben
Het moet wel een sterk moment geweest zijn toen Jezus aan zijn vrienden vroeg: ‘Wie zeggen de mensen dat ik ben?’ Maar een meer indringende vraag is nog: ‘En gij, wie zegt Gij dat ik ben?’ Het is de vraag, uit het evangelie van vorige week zondag, naar wat betekent Jezus en zijn Boodschap voor u, voor ons. Het ene antwoord is theoretisch, het andere een getuigenis. Petrus is moedig en vol overtuiging bij zijn antwoord: ‘Gij zijt de gezalfde Gods, gezondene, Messias …’

Een sterk geloofsantwoord! Uiteindelijk is dat antwoord gegroeid vanuit de ervaringen die zij met Jezus hebben meegemaakt. In het geloofsboek van weleer staat: “Ik kan niet tot geloof komen als ik alleen op mijzelf of alleen op mijn menselijke bekwaamheden steun.” Want ondanks alles wat wij weten en kennen over Jezus, Zijn vraag blijft tenslotte: ‘Wie mag ik voor u zijn? Welke plaats neem ik in, in uw leven?’

Het is eigenlijk een diepmenselijke vraag. De vraag die gehuwden aan elkaar stellen en de kinderen tegenover hun ouders en de ouders tegenover hun kinderen, familieleden en vrienden tegenover elkaar “Wie mag ik voor u zijn?’ En steeds opnieuw ontdekken wij dat de andere, eigenlijk iedere mens en ook God een geschenk is. Tenminste als wij ons hart er voor openstellen. Voor wie wij dankbaar zijn, nederig en eerbiedig buigen.

Via die Jezus hebben wij God leren kennen en hebben wij Zijn Liefde ervaren. Hij is voor ons het gelaat van Gods liefde geworden. Waarover wij verwonderd en dankbaar kunnen zijn.

Maar, de grote vraag is dan: hoeveel plaats is er nog voor God en voor Jezus’ hoopvolle boodschap in ons leven en in deze wereld? Wij die met zoveel bezig zijn en ook zoveel meemaken aan wel en wee. Als wij gelukkig zijn of wenen, carrière maken of werkloos zijn, sportief of ziek, verliefd zijn of moeten afgeven, jong of oud zijn blijft Zijn vraag: “Wie zegt gij dat ik voor u ben?” Wie mag God dan voor u en ons zijn? Is die Jezus ook voor ons de gezondene, het licht, de verlosser die ons Gods liefde brengt en zorg, tederheid en barmhartigheid?

Hij geeft ons de sleutels van zijn Rijk, staat er geschreven in het evangelie. Dat doe je alleen uit vertrouwen, zoals ouders hun kinderen de sleutel meegeven. Aan ons zegt Jezus zoals destijds aan Petrus: ‘Gij zijt de rots waarop ik mijn kerk wil bouwen’. God wil Zijn droom waarmaken met gewone mensen zoals gij en ik! Het was immers de zorg van Jezus dat na zijn heengaan wij verder samen zijn boodschap zouden koesteren in die gemeenschap van Jezusvrienden.

Daarom moeten wij als kerkgemeenschap ontvankelijk blijven voor de Goede Geest, wil onze geloofsgemeenschap verder groeien. Wij hebben daarbij allen een verantwoordelijkheid op te nemen. Dat wil zeggen een antwoord te geven aan wat van ons wordt verwacht.

De leiders van de gemeenschap (paus en bisschoppen en priesters en diakens) moeten steeds in dienst van de mensen staan en verbondenheid creëren. De kerk is geen structuur die zichzelf recht houdt en geleid wordt door de verantwoordelijken. De kerk moet een afstraling zijn van de Verbondenheid die God zoekt met zijn volk (afstraling van het Verbond). Onze zending is het, die Liefde onder elkaar tastbaar en sterker te maken en ten dienste te staan van elkaar.

Paul De Craene

Zoeken

Dekenaal nieuws