God verlangt gerechtigheid
De teksten van het weekend zijn radicaal. De profeet Amos stelt zich in Gods naam aan de kant van de ‘armen en verdrukten’. God zal het volk treffen dat ongerechtigheid pleegt. Het evangelie nodigt ons uit om op een verstandige wijze om te gaan met onze eigen bezittingen en met de rijkdom van deze wereld.

Wij horen weleens zeggen: de achteruitgang van het geloof heeft te maken met de welstand van de mensen. En inderdaad, als de mens besmet raakt door bezit en het daarbij horend vertier, dreigt hij te vervreemden van wat God van ons verlangt. Dan loopt hij het gevaar te verglijden in geldzucht en machtsmisbruik, dreigt hij te vervallen in oneerlijke praktijken en geraken de principes van gerechtigheid vergeten. Of om het met de woorden van de profeet Amos te zeggen: ‘Dan wordt de mens een sjoemelaar die de korenmaat verkleint, de prijs verhoogt en de weegschaal vervalst. Zo wordt de kleine man onderbetaald en in de armoede geduwd’.

Geldzucht en bezitsdrang zijn gevaarlijke valkuilen omdat zij inspelen op onze nood aan veiligheid en onze zorg voor zelfbehoud. Ze zijn de oplossing voor onze angst om tekort te hebben en ze geven u tevens welbehagen en comfort. Met geld kan u steeds ingaan op nieuwe behoeften en krijgen wij het gevoel mee te kunnen in de moderne samenleving.

Maar rijkdom wordt ook dikwijls verworven op de kap van de armen. Als de aardse bezittingen niet eerlijk verdeeld worden dreigt er een enorme kloof te groeien tussen rijk en arm. En worden de kleinen en armen al vlug uitgesloten. Zij moeten dan leven aan de marge van de samenleving; dikwijls verstoken van het levensnoodzakelijke.

Het evangelie waarschuwt ons: Gij kunt niet God dienen en de mammon! Het kapitaal werpt dan een muur op met God en de mensen. Het kan ons zodanig verblinden dat wij God niet meer zien en de kreet van de armen niet meer horen. Onze samenleving barst van alle onrecht en miserie dat het geld teweeg brengt in gezinnen en families, in de samenleving en onder volkeren. Ja zelfs Jezus werd verraden en verkocht voor dertig zilverlingen.

Niet dat het geld op zich de boosdoener is. Alles heeft te maken met de wijze waarop wij er mee omgaan. Bezittingen geven ons de mogelijkheid om mee te bouwen aan het Rijk Gods. Wie geld oppot loopt het gevaar onrechtvaardig te handelen en anderen te benadelen. Daarom is het belangrijk onze ingebakken neiging om angstvallig vast te houden wat wij bezitten, los te laten, door met een groot hart te geven. Het gaat hem hierbij niet alleen over geld, maar ook over het delen van aandacht, zorg, tijd … Het heeft zo dikwijls met elkaar te maken Wie deelt van wat hij heeft, in het bijzonder met hen die niets hebben, bouwt mee aan een nieuwe toekomst. Tijdens de vastentijd zingen wij het lied: ‘Delen doet goed, het geeft een fijn gevoel …’. Zou Gods droom niet groeien als wij dit met z’n allen zouden doen? Zou onze samenleving er niet gans anders uitzien als wij met z‘n allen delen wat God ons in zijn schepping heeft gegeven? Geld bezit een formidabele kracht om de wereld te veranderen als wij maar bereid zijn om te delen en elkaar te helpen.

Pastoor Paul

Zoeken

Dekenaal nieuws