© FreeBibleimages
De wereld waarin wij leven wordt ons dagelijks door de media in beeld gebracht. Meer dan ooit weten wij nu wanneer en waar droeve gebeurtenissen plaats vinden: oorlog, een natuurramp, het kwaad dat mensen elkaar aandoen, het onrecht, de armoede en de honger, zoveel leed … Mensen zoeken dan naar de oorzaak. Hierbij speelt een oude taaie gedachte ons nog altijd parten die zegt dat kwaad wordt gezien als een straf; voor gelovigen een straf van God. Deze gedachte klinkt ook nog door als men geconfronteerd wordt met lijden en sterven van mensen. Ze zeggen dan: ‘Dit heeft hij/zij niet verdiend!” of je hoort het in de klacht van een zieke zelf: ‘Waar heb ik dat verdiend?’ De vraag naar de zin van leven en lijden … wordt een vraag naar God. Hoe kan een goede en machtige God zoveel lijden toelaten? En zoals altijd, zijn er bij droeve situaties onheilsprofeten die een kwade afloop aankondigen en de schuldgevoelens bij mensen vergroten.

In de lezingen van de derde vastenzondag horen wij een afrekening met deze visie waarbij God in al zijn almacht zou regeren over mens en wereld. In het verhaal van de uittocht zegt Jahwe tot Mozes: ‘Ik heb de ellende van mijn volk gezien, en heb de miserie van hun vluchtelingenbestaan en de jammerklachten over hun eenzaamheid gehoord. Ik daal af om hen te bevrijden’. M.a.w. God, Jahwe: ‘Ik zal er zijn’, laat zich kennen als een meelijdende God. Hij wil de harde werkelijkheid omvormen tot iets moois, een goed voor iedere mens. Mozes herkent God in het brandend braambos. In dat vuur dat niet verbrandt, integendeel dat een mens aanvuurt, als een levengevend vuur van Liefde. Gods eerste woord vanuit die brandende braamstruik is dat Hij Mozes bij naam noemt. Hij roept Mozes op als Zijn vriend. Hij maakt zich bekend als de Heilige, waarvoor men zijn sandalen uitdoet (zoals de Moslims in de Moskee). Want wie in de nabijheid van God komt, bevindt zich op heilige grond. Hij, die God van Abraham, Isaak en Jacob, de God van de vaderen, wil met zijn volk verder op weg gaan naar een nieuwe tijd. God nodigt ons uit opdat wij zijn ambitie en zorgen zouden delen. Ook Jezus openbaart ons een liefdevolle God, die niet verantwoordelijk kan gesteld worden voor het kwaad in deze wereld, integendeel. Hij nodigt ons uit om mensen van hoop te zijn midden een gebroken wereld met zoveel gekwetste mensen.

Het evangelie is dus een sterke oproep om andere mensen te worden. Niet mensen die oorzaken zoeken van allerlei onheil en schuldigen aanwijzen. Jezus nodigt ons uit om midden in deze wereld te staan en de pijn van mensen onder ogen te zien. God verwacht dat wij geen afbreuk doen aan het leven maar goede vruchten schenken. Dat wij iets van Gods zorg en liefde voor mensen tastbaar maken. Maar Hij heeft daarbij wel geduld. In de parabel van de onvruchtbare vijgenboom wordt dit duidelijk. Wij worden opgeroepen om de grond waarop wij staan te bewerken, opdat ons leven vruchtbaar zou zijn en goede vruchten zou voortbrengen. Een uitnodiging om andere mensen te worden. Want de gevolgen van een slechte levenswandel zijn verschrikkelijk. Gods zorg dwingt Jezus tot zeer radicale uitspraken. “Als gij u niet bekeert, zult ge allen omkomen!” Als men te lang wacht om van mentaliteit en gedrag te veranderen wordt de toestand uitzichtloos en zit men letterlijk op een doodlopende weg.

Tal van voorbeelden tonen dit aan: de opwarming van de aarde dwingt ons op een andere wijze om te gaan met de schepping. Het toenemend geweld en de vele bedreigingen nodigen ons uit om respect te hebben voor elkaar. De oorlogen hier en daar, vragen ons dat wij herauten van de vrede worden.

Voor de onheilsprofeten is het reeds te laat. Zij kunnen alleen nog denken aan een fatale afloop. Met een mooi beeld probeert Jezus ons een andere visie mee te geven. De parabel van de onvruchtbare vijgenboom opent nieuwe toekomst. Of moeten we niet beter spreken over de parabel van de zorgzame knecht. Want de echte pessimisten zien alleen nog een onvruchtbare vijgenboom. Terwijl de zorgzaamheid van de knecht een nieuwe toekomst opent. Wanneer mensen zorgzaam omgaan met elkaar en met het leven … ja dan kan er iets nieuws gebeuren. Daarom vraagt Jezus ons om geduld, barmhartigheid en vooral zorgzaamheid. Wij mogen geen mensen veroordelen, maar met de ogen van God naar elkaar kijken en in het gelaat van je medemensen ontdekken dat het God zelf is die ons oproept om ons te bekeren, om af te stappen van onze roes naar eigenbelang en de hand te reiken naar alle mensen die vandaag gebukt gaan onder ellende en miserie. Om hen te vergeven en nieuwe kansen te bieden die op een doodlopend spoor zitten. De teksten van dit weekend zijn een uitnodiging om de ellende van Gods volk te zien en lot- en bondgenoten van elkaar te worden … Op weg naar het beloofde land … op weg naar het land waar Gods liefde onder alle mensen wordt gedeeld.

Pastoor Paul

 

Zoeken

Dekenaal nieuws