Dring aan te pas en te onpas
Dom Louf zegt dat ‘bidden’ altijd opwelt uit een wanhoopsituatie. Als een mens getekend is door onmacht kijkt hij op naar God, en roept op zijn tussenkomen. En dat kan op diverse manieren gebeuren. Wij stellen vast dat mensen nog altijd kaarsjes in kerken en kapellen of thuis doen branden. Ook al wordt die vorm van bidden soms als minderwaardig gezien. Maar niets is minder waar. Ook in het voltrekken van eenvoudige rituelen kan een authentieke bede liggen om Gods bijstand en zijn hulp.

De nood die mensen treft is niet zelden de aanzet tot een eerlijk gebed. Die nood maakt ons wakker en doet ons een kreet uitspreken of een smeekbede. waarin onze agressie, bitterheid en ons verdriet tot uiting komen. Dat lezen wij ook zo dikwijls in de psalmen waar de ontgoochelde mens zich tot God richt. Jezus leert ons vandaag dat wij onze nood mogen en kunnen uitspreken tot God. Dit veronderstelt aan de kant van diegene die bidt dat hij in zijn nood op God mag vertrouwen. Dat veronderstelt geloof. Het eenvoudige parabeltje in het evangelie over de arme weduwe leert ons dat wij het niet mogen opgeven in ons smeken tot God.

De arme weduwe dringt bij de rechter aan, ook al gelooft hij in God noch gebed. Er liggen bijna geen kansen op verhoring. Maar zij volhardt. Zij legt in haar onophoudelijk vragen haar ganse nood. De rechter gaat door de knieën al was het maar om verder met rust gelaten te worden. Als die man al luistert … waarom zou God dan niet luisteren die de mens ten diepste bemint. Hij zal ons ‘recht verschaffen’ zegt het evangelie als wij onophoudelijk tot hem bidden. Er staat niet in het evangelie dat Hij elke nood zal lenigen. Er staat dat hij ‘recht verschaft’ … dat betekent zoveel als, Hij zal onze nood erkennen en luisteren naar ons diepste verlangen. De Heer Jezus heeft er alle vertrouwen in dat de Vader een ‘aanspreekpunt’ is. Dat Hij naar ons luistert als wij ons hart openen voor zijn Aanwezigheid. Aan ons om te kloppen aan zijn deur en ons hart uit te storten. Die gebedsverhoring is geen magisch afdwingen van wat wij verlangen. Het is geloven dat men bij God gehoor vindt, dat Hij naar je luistert. Dat Hij ons in onze nood niet in de steek laat. Hij gaat niet voorbij aan onze vragen.

Juist dat bidden vraagt geloof. Een mens kan zijn hart slechts uitspreken bij iemand die men vertrouwt. Juist in die vertrouwensrelatie voelt men zich niet alleen in zijn nood, maar wordt tastbaar dat je gedragen wordt door diegene tot wie men zich wendt. Zonder dat geloof en vertrouwen kwijnt het gebed weg en verliest de mens zich in hopeloosheid. Dank zij het geloof ontstaat het gevoel dat je er niet alleen voor staat maar dat er Iemand is die je draagt … die aandacht voor je heeft. Dus, geef het niet op, maar blijf er in geloven. Wie klopt aan de deur, voor hem wordt open gedaan.

Soms zijn mensen ook ontgoocheld. Ze hebben zo vaak en intens gebeden en ervaren dat zij niet worden verhoord. Hoeveel mensen bidden niet om genezing voor zichzelf of voor anderen en die genezing komt er maar niet. Hoeveel ouders bidden niet voor hun kinderen en toch geraken zij in moeilijkheden. Zo menig maal wordt gebeden om vrede en wij zien dat er in gezinnen en gemeenschappen, in de ganse wereld ruzie en  oorlog is. En mensen stellen zich vragen als: hebben wij nog niet genoeg gebeden? God is echter geen automaat die doet wat wij wensen. Bidden heeft te maken met een houding van: ‘ik leg mijn zorgen in zijn handen’. Wij vertrouwen ons leven aan Hem toe. Hij schenkt ons kracht en moed om aan te kunnen wat ons overkomt. En, Hij laat de mens zeker niet vallen. Zijn liefde en zorg blijft overeind ook in de zwartste momenten.

Vanuit dat diepe verlangen naar ontmoeting komen christenen ook samen en met eenvoudige tekenen van geloof en liefde versterken zij die verbondenheid met elkaar en met de verrezen Heer. Wij gedenken er hoe Jezus zijn grote nood uitsprak tijdens de laatste maaltijd die Hij met zijn leerlingen had. Het werd een sacrament van zijn tegenwoordigheid en van zijn solidariteit met zovele mensen die verdrukt worden en lijden in hun bestaan. Brood en wijn zijn teken van Zijn nabijheid en tevens de uitdrukking van onze opdracht om in alle omstandigheden het leven met elkaar te delen. Vast en zeker wanneer iemand in nood is. Juist in ons samen bidden krijgt die verbondenheid zijn diepste kracht. En ervaar je meer dan anders dat God met zijn liefde aan onze zijde staat.

Pastoor Paul

Zoeken

Dekenaal nieuws