Het Ros Beiaard (c) Koen Baeten
Burgemeester Buyse laat de geschiedenis spreken

In de opstap naar de historische Ros Beiaard Ommegang had uw ‘parochieblad’ een gesprek met Piet Buyse, historicus en burgervader. Telkens hij daarover spreekt, “gaat zijn hartje sneller slaan en komen de emoties los”. Een gevoel, dat hij deelt met zijn inwoners. Het is mogelijk, dat dit niet met alle bewoners van Groot-Dendermonde is. Toch heeft de Rosse Buurtenstoet bewezen, dat de onderstroom van de stad wel degelijk het Ros gezind is. Maar waar ligt nu de oorsprong van deze historische stoet? Hoe komt het dat de Ommegang een langer leven beschoren is dan de processies? Laat u meeslepen op de tonen van het Ros Beiaardlied en Ons Banier.

Een pak processies

“Er waren in de vroege eeuwen toch nog wel wat processies in onze stad”, opent Piet Buyse zijn geschiedenisboeken. “Zo was er op de tweede donderdag na Pinksteren de H. Sacramentsprocessie, ‘Sanctissimi corporis et sanguinis Christi solemnitas’. Het Hoogfeest van het heilig lichaam en bloed van Christus.” Op dit feest vieren we, dat Jezus Christus zich in de gedaante van brood en wijn aan de gelovigen wil geven als voedsel en voortdurend onder de mensen wil blijven door middel van zijn waarachtige tegenwoordigheid in de geconsacreerde offergaven. De eerbied, die we voor de geconsacreerde hostie hebben, wordt op deze feestdag benadrukt. “Ik weet wel, dat de tweede donderdag ondertussen vervangen is door de zondag erna, maar in die tijd was dat nog steeds op de tweede donderdag na Pinksteren. Toen volgde de processie een kleine omloop binnen en buiten de O.-L.-Vrouwekerk. Diezelfde omloop werd gevolgd tijdens de O.-L.-Hemelvaartbedevaart op 15 augustus. Op het feest van de “Assumptio Beatae Mariae Virginis”. Dit bleef eeuwenlang de voornaamste processie met een uitgesproken religieus karakter. Op 29 augustus was er dan de Processie van de Kerkwijding, “Decollacionis Sancti Johannis Baptistae”, gevierd met een grote processie met pracht en praal door de stad. Die viel samen met Dendermonde kermis. Deze zou uitgroeien tot de gemengd religieuze en profane ‘grooten ommegangck’.”

Ommegangen

“Vanaf de vijftiende eeuw hadden we in de ommegangen zowel ‘religieuze als ‘profane’ elementen”, gaat Piet Buyse verder. “Zo waren er fakkeldragers en vaandrigs met het stadsbanier, minnestrelen, zangers en muzikanten, begijnen, kloosterlingen, priesters en abten van de belangrijkste abdijen (hiervoor ontvingen de abten elk vier kannen wijn),…We hadden ook schuttersverenigingen: de Sint-Jorisgilde, de Sint-Sebastiaansgilde en de in 1521 opgerichte Sint-Andriesgilde. De twee eerste waren resp. voetbooggilde en handbooggilde, terwijl de derde de kolveniersgilde is. Maar ook Rederijkerkamers stapten mee op in echte ‘Tableaux Vivants’. De Rosiers verzorgden ‘Het spel van St-Antonius’ en ‘De kruisiging van Christus’. De Leeuwerckenaers beelden de ‘Passie van Christus’ en ‘De negen besten’ uit. De Distelieren hadden dan weer ‘De Heilige Rochus’ en ‘Een Hellewagen met duiveltjes’. Naast deze echte gelovige processiestukken waren er ook echte profane ommegangelementen: ‘Den drake’, ‘thors beyaert’, ‘Huppelerkins’, ‘Een ruese t’, ‘Twee kemels ende eene eenhoorne’, ‘eenen olephant’. Nu maken we het onderscheid tussen profaan en niet-profaan, maar in die tijd was het christelijke geloof gewoon vervlochten met het dagelijkse leven, dat dit onderscheid niet te maken was.”

Naakte Wildeman

Om lid te kunnen worden van de Vrije Pijnders moeten de kandidaten met succes ‘de Wildeman lopen’. Dit gebruik is echter niet nieuw. “De Wildeman wordt vanaf 1449 vermeld”, weet de burgemeester. “Op 1 februari 1657 schrijft de Bisschop van Gent een brief aan de wethouders van Dendermonde om ze ‘Een einde te doen stellen aan een onbetamelijk gebruik, nl. omtrent Vastenavondt sekeren manspersoon, gheheeten bij de ghemeynte, DEN WILDEMAN, naeckt ende onbetamelyck, in vollen daghe, over straeten loopt, de heele stadt deur’. Dat moet nogal wat geweest zijn. Nu herhalen de Gilde der Vrije Pijnders dit evenement telkens vóór een nieuwe ommegang.” Ook het stadbestuur liet zich niet onbetuigd. “Op de avond vóór de ommegang gingen de schepenen rond in de kerk en dan aten en dronken ze iets. Ze liepen ook mee in de ommegang, zodat deze stilaan van een louter kerkelijke processie uitgroeide tot een manifestatie van stedelijke macht en zelfbewustzijn.”

Geen processie meer

“In de Calvinistische periode waren heiligenvereringen ‘not done’ maar in de periode erna uiteraard wel maar de processies werden echt zuiver religieuze gebeurtenissen, zonder de profane elementen. In Dendermonde werden deze gelukkig “gerecycleerd” in de ommegang. Hiermee werd de basis gelegd van Katuit en de Ros Beiaardommegang.”

“In de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw zagen we stelselmatig een achteruitgang tot een echte teloorgang in de ommegangen”, besluit Piet Buyse. “In de 19de eeuw werd de draad weer opgenomen en groeide de Ros Beiaardommegang uit tot Dendermondes grootste feest! De processies met de religieuze, kerkelijke elementen verdwenen in de jaren zestig van vorige eeuw. Sinds we zelf beslist hebben om de Ros Beiaardommegang iedere tien jaar te laten uitgaan, is het enthousiasme errond niet verkleind, wel integendeel. Het enthousiasme is na de voorbije coronalockdowns nog nooit zo groot geweest. Een Dendermondenaar leeft op de hartslag van de ommegangen. We vergeten echter niet, dat de rondgang van ons Ros zijn oorsprong vindt in de christelijke, religieuze processies, waarin ook profane elementen voorkwamen. De secularisering van de maatschappij heeft ook hier zijn impact gehad.”

Luc De Donder

Zoeken

Dekenaal nieuws