Kerk na corona
De kerkstoelen staan weer zoals vroeger, wij mogen dichter bij elkaar zitten en terug zingen, te communie gaan. De mondkapjes behoren tot het verleden, op een paar uitzonderingen na. Alleen handen ontsmetten moet nog en uitbundige omhelzingen zijn nog uit den boze. En toch is het niet meer zoals voorheen. De kerkgangers van vroeger komen niet met rasse schreden terug naar de zondagsviering

Voor velen is het een ‘kerkloze’ zondag geworden. Het samenkomen van christenen op zondag is blijkbaar uit hun agenda geschrapt. De vrees dat corona de ontkerkelijking zou versnellen is werkelijkheid geworden, het werd voor sommigen een nieuwe gewoonte. Nochtans blijft de nood aan zingeving groot. Sommigen hebben het antwoord op de grote zinsvragen van geloven en leven omgeruild voor de kleine nutsvragen van kopen en genieten. Wij komen niet meer samen op de kerkpleinen maar op de markt en koopstraten. Zo ontwijkt men de vragen naar de zin van leven en sterven, het hiernamaals, het ethisch hoogstaand leven ... Men is bang geworden voor die vragen. Een Afrikaanse bisschop zei eens: “De zwarte bevolking maakt lawaai om de wilde dieren in de brousse van zich weg te houden, de blanken maken lawaai om de grote levensvragen te ontvluchten”. De vraag blijft: waar zoeken zij antwoord op de belangrijke vragen van het leven: nergens!

De voormalige Franse president Mitterand zei eens: “We leven in een tijd van spirituele droogte waarin de mensen in hun haast om te bestaan het mysterie van het leven ontwijken.” Maar vroeg of laat worden wij met de grote vragen van het leven geconfronteerd. De kerk van de toekomst wordt niet gemaakt door het veranderen van veel structuren, schaalvergroting en fusies maar door het creëren van gemeenschappen waar het mysterie van het leven kan ter sprake komen en waar gelovigen elkaar tot steun zijn in bidden en bezinning, in een taal die zij verstaan. Vanuit het geloof dat God, die liefde is, de diepste bron is van ons bestaan, besluit Mark Van De Voorde.

Zoeken

Dekenaal nieuws